Uden, aan het prille begin van de twintigste eeuw…
We staan op de kruising van de Marktstraat – Kerkstraat – Sint Janstraat, met de rug naar het oude gemeentehuis. We kijken over de kinderkoppen van de Sint Janstraat in de richting van Veghel, met aan de horizon de contouren van de abdij van de Birgittinessen. Op zo’n dertig passen aan de linkerhand voor ons, is café ‘Tramstation’ van de familie Kersten-Gruijters.
Op de veranda zijn enkele reizigers in afwachting van de stoomtram, die we in de verte aan horen komen. Onze blik gaat weer in de richting van Veghel.
Gehuld in een zwarte rookwolk, komt de tram juist om de hoek van het huisje, waar de brandspuit van Uden is gestald. Janus de Wachter komt net op de fiets het Vorstenburg straatje uit. Hij haast zich achter de veewaag door in onze richting en schiet dan de poort naast het tramstation in.
De passagiers onder de veranda maken zich klaar voor vertrek. Frida Gruijters maakt nog gauw een rondje langs de tafeltjes. Twee wachtenden draaien zich om met een blik op de koetsdeur van de herberg. De deuren gaan open naar binnen en uit het donkere gat klinkt gepruttel. Dan verschijnt de fraaie automobiel van ‘D’n Kerst’ in de deuropening.
Op dit moment komt ‘De Goede Moordenaar’ vol in beeld.
Familie Kersten-Gruijters poseert bij de “Veghel”.
Vandaag hoeft er geen goederenwagon te worden aangepikt en zal de stop van korte duur zijn. Weldra vertrekt de stoomtram met knarsende wielen door de bocht de Kerkstraat in, op weg naar Nistelrode.