Principe van de werking

Het idee voor het diorama en de beweging, combineert het oorspronkelijke gebouw (foto links) met de mechanische transportketting (foto rechts) van de jaren zestig.
Met principeschetsen moet het idee rijpen en de haalbaarheid worden doordacht. De melkman moet bukken en tillen en een kwartslag draaien. De melkbussen moeten deze beweging volgen en naar binnen of buiten doorschuiven.
Alle bewegingen zitten in het onderstaand plaats-tijd diagram. Dat is ook de basis voor de vormverandering van de schijven waarmee het mechaniek werkt.

Het mechaniek

Het mechaniek is, zoals beproefd, gemaakt van messing en perspex. Het eerste deel is het maltheser-kruis-mechanisme of Geneva Wiel. Bij elke omwenteling van de hoofdas wordt het kruiswiel één kwartslag meegenomen. 

Het Geneva Wiel drijft het rondsel dat de rubberband met de melkbussen verplaatst. Het verbindende tandwiel zit aan de onderkant tegen de bovenplaat.De aandrijving van de melkman komt bovenop. Een hefboom wordt met een draadveer tegen een schijf gedrukt. De melkman is met draadstaal aan de hefboom verbonden. Het filmpje toont hoe dat er bij elke omwenteling uit ziet, weliswaar nog zonder de tilbeweging. Daarvoor zien we aan de onderkant de “schoen” die de melkbussen gaat tillen en de “stijgbeugel” die daar voor zorgt. De stijgbeugel loopt op de krans van een schijf en doet het tilwerk van de melkbussen. De tweede stijgbeugel laat de melkman bukken. Bovenop komt nog de aandrijfmotor. De melkbussen krijgen ieder een gewichtje dat door de schoen wordt opgetild.
Het werk kan nu beginnen.

Het gebouw

Voor de modelbouw is een bouwtekening gemaakt, die is herleid uit historische (zwart-wit) foto’s uit de vroege periode. Dat betekent dat ten aanzien van kleurstelling van metselwerk, dakpannen, deuren en kozijnen onze eigen keuzes zijn gemaakt. Ten opzichte van het origineel is de linkerhelft van het gebouw enigszins versmald.