Pauw pronkt

In het dierenpark scharrelen verschillende diersoorten rond. Maar de meest opvallende is de pauw, die van tijd tot tijd pronkt met zijn prachtige staart.

Pauw pronkt met staart (2009) – de pauw zelf

We kijken schematisch eerst naar de pauw zelf, in de stand met de staart gespreid (halve cirkel-segment) omhoog. De staart is gemaakt van dun nylon doek. Vanuit het midden (M) zijn op de achterkant van het doek drie minuscule buisjes gelijmd (naar a, b en c). Door deze buisjes steken dunne staaldraadjes (A, B, en C) die bij M haaks zijn omgebogen en als kruk draaien in even minuscule mantelbusjes. Busje A ligt horizontaal op de grondplaat en is vermomd als oude boomstam.
Busjes B en C gaan verticaal naar beneden. Deze drie krukjes van staaldraad zorgen voor beweging van de staart. B en C draaien tegelijk tegen elkaar in.
Daardoor zwaait b naar b1 en c naar c1. Maar de gespreide staart moet niet alleen naar achter, maar ook naar beneden zakken. 
Daarom moet tegelijk ook a naar a1. Dat gebeurt met het krukje A. Merk op, dat B en C een kwart slag (90º) maken, maar dat A een halve slag (180º) moet maken om de staart geheel weg te laten zinken in een uitsparing in de bodemplaat. (zie inzet figuur). Daarmee wordt duidelijk dat de aandrijving van A, B en C nogal nauw luistert, óók omdat de draaipunten bij M eigenlijk in één punt samen zouden moeten vallen, anders komen er plooien in die mooie staart…..

Pauw pronkt met staart (2009) – het mechaniek
We kijken vervolgens schematisch naar het mechanisme dat de bewegingen van de pauw coördineert. We zagen dat de krukjes B en C heel dicht bij elkaar naar onderen verdwenen. Om de krukjes daar rechtstreeks aan te drijven en tegengesteld te koppelen, zouden minuscule tandwieltjes nodig zijn.
Gekozen is voor grotere tandwielen, waardoor hun assen niet meer in het verlengde van B en C liggen. Dit is opgelost door vorkjes aan ieder tandwiel, die de staaldraadjes die ook aan de onderkant haaks zijn omgebogen, een kwart slag meenemen. Tandwiel A is wel direct op kruk A bevestigd.
Een aandrijfmotor met krukas beweegt de twee haaks met elkaar verbonden tandheugels TH1 en TH2 een slag heen en weer. In werkelijkheid bedient TH1 niet rechtstreeks het (B)lauwe tandwiel, maar een op dezelfde as geplaatst groter tandwiel (niet in schets) dat tweemaal zo groot is als A. Immers bij gelijke gang van TH1 en TH2 moest A een halve slag en B en C een kwart slag maken.